Welkom op de luisterpagina van 

Blij Rondeel

uit Heverlee - Leuven

 

De eucharistieviering 's morgens

 

Lead me Lord 

Kyrie - Hassler

Gloria - Hassler

Old Irish Blessing – D. Agay 

Laat ons bidden

O, Jesu Christe

Sanctus  -  Hassler
Onze Vader - (Wahre Freundschaft)

Agnus Dei - Hassler
Lief Vrouwke - Svoboda

Dostoino est

 

 

Aperitiefconcert 12 uur

Guy

We zetten ons lenteconcert in met

1. Tebe poem van Dmitry Stepanovich Bortnyansky /

De bekende Russische componist Dmitry Stepanovich Bortnyansky werd geboren in Glukhov (Oekraine) in 1751 en stierf in St. Petersburg in 1825.

Als jongeling zong hij in het kerkkoor van het keizerlijk hof.

Volgens de wens van Catharina de Grote volgde hij zijn leermeeste naar Venetië om daar zijn studies te vervolmaken. Daar schreef hij zijn eerste sonates, verschillende koorstukken, opera’s en oratoria.

In 1779 keerde hij terug naar Rusland. Hij werd kapelmeester aan het keizerlijk hof van Sint Petersburg. Hij verzamelde in zijn koor de beste stemmen van het land, waardoor hij de kwaliteit van uitvoering tot het hoogste peil van perfectie bracht.

Uit de Slavsch-Orthodoxe liturgie luisteren we nu naar een bewerking van hem: Tebe poem

Wij zingen U, wij zegenen U, wij danken U, Heer.

Bidden wij onze God.

Tebe Poem - D.Bortniansky

 

Valère

2. Otsje Nasj — N.Kedrov (senior)

“Otche Nasj” is Russisch voor “Onze Vader”.

Net zoals in de katholieke liturgie neemt dit gebed in de Russisch-orthodoxe liturgie een belangrijke plaats in en werd het om die redenen door vele componisten op muziek gezet. De versie van Nicolaï Kedrov (1871-1940), zelf een bariton en in zijn tijd leraar aan het conservatorium van Sint-Petersburg en stichter van het ‘Kedrov Vocaal Kwartet’, is zo beklijvend dat ze ook in onze streken bekend is geraakt.

Ze is eenvoudig, maar gekruid met harmonieën waar je koude rillingen van krijgt.

Otche Nach - Kedrov

 

Raymond

3. ‘k Heb mijn wagen volgeladen — Felix De Nobel

Wie van ons kent niet “ ‘k heb mijn wagen volgeladen, vol met oude wijven” van in onze kindertijd of is dit uit grootmoederstijd? Hoe ging het alweer: eerst werd de wagen volgeladen vol met oude wijven, maar die begonnen te kijven, dan werd de wagen volgeladen met oude mannen, maar die gingen dan weer samenspannen, uiteindelijk werd de wagen volgeladen met jonge meisjes en die zongen als sijsjes. Conclusie: nu neem ik al mijn levensdagen steeds jonge meisjes op wijn wagen. We luisteren nu naar “‘k heb mijn wagen volgeladen’ in een bewerking Felix de Nobel, met een inzet van de mannen die overspoeld wordt met de stemmen van kakelende, kakelende wijven.

'k Heb mijn wagen volgeladen-Bew.Felix De Nobel

 

Tony

4. Jan de Mulder

Bewerkt voor vierstemmig gemengd koor door Jan Vermulst voor Leo van Nevel.

Leo van Nevel stichtte en dirigeerde in 1970 het Leuvens kamerkoor Collegium Cantorum, dat zowel in binnen- (o.m. voor het Festival van Vlaanderen) als in het buitenland (Aachen, Frankfurt, Kiel, Eersel) hooggekwalificeerde concerten verzorgde. Sedert 1990 is Leo van Nevel koorleider van het gemengd koor Margoda uit Godsheide, Hasselt, en sinds 1993 voor het koor Cantus Vocum uit Genk. Hij verleende vaak zijn medewerking aan koorwerken, maakte deel uit van jury’s bij koorwedstrijden, componeerde enkele cantaten voor koor en instrumenten en schreef een aantal volksliedbewerkingen en kerkliedzettingen. Leo van Nevel is lid van de muziekcommissie in de Nederlandse Stichting Jan Vermuist. “Jan de Mulder” is één van de vele volksliederen in de 19de eeuw opgetekend door De Coussemaeker in Frans-Vlaanderen en zo uit de vergetelheid gered.

Een hele serie van voorwerpen passeren de revue. Bij dit lied behoort een doek of bord waarop de aangehaalde voorwerpen afgebeeld staan : vlees - vis; hond - kat; glas - kan enz.. De aangehaalde voorwerpen worden door de voorzanger met een stokje aangewezen en door het gezelschap herhaald, zoiets als de welbekende snijdersbank dus.

Dergelijke liederen werden vaak uitgebeeld, de gebaren gaven dan aan de ogenschijnlijk onbeduidende tekst ‘un sens malicieux’ .... een beetje een ondeugende betekenis. Die “sens malicieux’ wordt in de strofen en in het refrein aangebracht in een ‘drie-beweging’ beweging, waarbij uit twee elementen een derde element volgt.

Uit kulder (mouwloos wambuis) en broekske volgt vrijen; uit vlees en vis volgt mannekenpis;

uit glas en kan volgt dronken jan enz.

En tenslotte is er nog ‘de vogel die bedriegljk is’, die vogel slaat, hier niet mis te verstaan, op Jan de vrijer.

Een erotische bodem dus zoals in vele van de volksliedjes die we argeloos op school leerden.

Jan de Mulder-Bew.Jan Vermulst

 

Guy

5. Quod Libet — Louis Toebosch (°Maastrîcht 18/03/1916)

Quod Libet werd bewerkt door Louis Toebosch, een Nederlander geboren te Maastricht op 18 maart 1916. Hij studeerde aan de conservatoria van Luik en Maastricht en schreef voornamelijk orgel- en koormuziek

Quod Libet betekent zoveel als “men wil” (naar believen). Quod Libet is een potpourri van Nederlandse Volksliedjes.

Vierstemmig verweven door elkaar hoor je o.a. - Vier weverkes zag men ter botermarkt gaan.. - De winter is verghangen. - Daar was een wuf die spon. - Daar kwam een boer uit Zwitserland - Gildebroeders maakt plezieren met muziek vroeg en de laat. - Nu neem ik van levensdagen geen oude wijven op mijn wagen - En ‘s avonds en ‘s avonds en ‘s avonds is het goed - Wie wil er mee naar Wieringen - lek seg adieu wi twee wi moeten scheiden. - Zeg kwezelken wilde gij dansen.

Toebosch studeerde aan de kerkmuziekschool in Utrecht en aan de conservatoria van Luik en Maastricht.

Van 1940 tot 1965 was hij organist en koordirigent aan de Sacramentskerk in Breda. Ook dirigeerde hij het Tilburgs Stedelijk Orkest.

In 1953 richtte hij het Orlando di Lasso kamerkoor op. In 1965 werd hij directeur van het Brabants Conservatorium.

Hij schreef voornamelijk orgel- en koormuziek, zoals Fuga over het lied van hertog Jan voor orgel en Phillippica-moderata voor koor, waarmee hij de Sem Dresdenprijs won (1966). Andere werken van hem zijn: Feestelijke ouverture (1960), Sarabande en allegro voor

blaaskwintet (1959), Kerstcantate voor koor (1959) en Sinfonietta voor mannenkoor en orkest (1957).

Quod Libet - L.Toebosch

 

Martine

6. Doamne Buzele mele — Gavril Musicescu (1847-1903)

Met folklore als bron van inspiratie componeerde Musicescu koormuziek, opera’s, operettes en vaudeville. Samen met andere componisten van die periode was hij één van de grondleggers van de professionele Roemeense muziek, die het ontstaan van de eerste muziekconservatoria kenmerken.

Musicescu is vooral bekend voor zijn ‘concerti voor koor’, waarin de typische Slavische sonoriteit overheerst.

Doamne buzele mele is het adagio uit zijn Concerto nr.1; het is gebaseerd op Psalm 50.

Doamne, buzele mele vel deschide i gura mea va vesti lauda Ta

Heer, open mijn lippen en mijn mond zal uw lof verkondigen

Doamne Busele Mele - G.Musicescu

 

Stephanie

7. Les fleurs et les arbres — Camille Saint-Saëns (Parijs, 9 okt.1835 — Algiers, 16 dec.1921)

Camille Saint-Saëns is een Frans componist, pianist, dirigent en organist, Hij was o.a. organist van de Madeleine Basiliek in Parijs. Gabriël Fauré was een leerling van hem. Aan het eind van de 19de eeuw ontstond in Frankrijk een nieuwe stroming in de muziek, parallel aan de schilderkunst : het impressionisme. Kenmerkend was een transparant klankidioom met vloeiende melodieën boven akkoorden die verrijkt werden met extra tonen. Saint-Saëns is harmonisch gezien nog klassiek.

In 1882 schreef hij ‘Deux Choeurs Op. 68’ waarvan wij ‘les fleurs et les arbres’ zingen, dit werk leunt meer aan bij de romantiek. Hier valt zijn voorkeur op voor lyrische melodieën. De tekst roept mooie natuurbeelden op

Les fleurs et les arbres-C.Saint-Saëns

 

Trees

8. Iqude - Zuid-Afrika

Dit is een trouwlied. In de Zulutraditie moet de vrouw vroeg opstaan om water te gaan halen en het huis te poetsen.

Dit is een grappig lied over een jonge bruid die te lui (of te vrijgevochten?) is om deze sociale norm te volgen.

Iqude wema la khala           De haan, moeder,

kabini kathathu                  kraait twee, drie keer.

seku sil’amanza wekhoma  Het is avond en er is geen water

Iqude - Zuid-Afrika - Zulu

 

Josette

9. Sakura

Sakura is een Japans volkslied.

Sakura betekent ‘kersenbloesem’, ook wel sierkers of prunus (prunus serrulata) genoemd. De Japanse ‘kersenbloesem’ is één van de belangrijkste symbolen van de Japanse cultuur. Ze staat voor kortstondige schoonheid, perfectie en vergankelijkheid. De tijd van de kersenbloesem is in het begin van de lente. In die periode volgt men met spanning de nieuwsberichten op radio en TV omdat dan steeds wordt verteld waar de ‘sakura’ (kersenbloesem) bloeit. De bloei vormt een soort front dat tijdens deze maanden van zuid naar noord Japan opschuift.

Japan is dan op zijn mooist. Tijdens de ‘Golden Week’ (eind maart - begin mei) hebben de Japanners massaal vrij en dus is het overal druk.

Er worden dan grote feesten georganiseerd met vrienden, collega’s en familie in de parken onder de sakura bomen om naar de ‘bloesems te kijken’ : Hanami-matsuri. Hana betekent bloem; mi: kijken; matsuri : feest

Speciale ‘kijkdagen van de kersenbloesem’ bestonden reeds in de dagen van keizer Saga (809 - 823).

Sakura - Japans volkslied

 

Mia

10. Goodnight, sweetheart

Het nummer werd geschreven in 1954 door Calvin Carter en producer James (Pookie) Hudson (‘lead’ zanger van ‘The Spaniels’).

Goodnight Sweetheart is één van de meest blijvende ‘doo-wop’ ballades aller tijden. De eigenschappen van de Doo-Wop zijn de ‘vocal group’ harmonie, de variëteit van de stemmen (eerste tenor, tweede tenor, bas, leiding), liedjes die nergens over gaan, simpele melodieën, lyriek en lichte instrumentale ondersteuning. Doo Wop stond bekend als een romantische muziekstijl die op de hoek van de straat was geboren. In werkelijkheid was deze stijl echter ontstaan doordat jongeren thuis en in de kerk met muziek experimenteerden. Het nummer werd o.a. gecoverd door ‘the McGuire Sisters, Dean Martin, Chuck Berry e.a.

Wij zingen het nummer in een bewerking van Robert Sund

Goodnight sweetheart - Calvin Carter/James Hudson

 

Hilde

11. Een vrolijk Lentelied — Tekst en muziek: Jan de Wilde

Jan De Wilde werd op 1 januari1944 in Aalst geboren als derde kind.. Toen hij 9 jaar was overleed zijn vader.

Op twee momenten in zijn - lange - carrière wist Jan De Wilde zich in de aandacht te werken:

in 1970-1972, toen hij de auteur en zanger was van een aantal vrolijke folk-geörienteerde plaatjes zoals “Ik kan het, Ma”, “Joke” en “Een vrolijk lentelied” (dat ook in een bewerking van de folkgroep Rum bekendheid verwierf). Deze liedjes waren meteen ook stof tot enige controverse in het conservatieve Vlaanderen met regels als “De Fallus Impudicus staat al in bloei” en “Joke, Joke, trek je witte jurkje uit”.

De Wilde repliceerde dat het hier de humorvorm genaamd “sarcasme” betrof. Hij werkte in deze periode ook volop mee aan het debuut van zijn vriend Kris de Bruyne, en lanceerde mee de carrière van komiek Urbanus, van wie hij in de jaren zeventig 3 albums produceerde. In 1987 schreef hij de muziek voor de eerste Urbanus-film “Hector”.

Daar is de lente - Jan de Wilde

 

Guy

12. Hora Staccato (1906)

Muziek: Grigoras Dinicu-Jascha Heifetz

Arr. Nicolas Gisca

Wij sluiten ons lenteconcert af met Hora Staccato : Roemeense volksmuziek, waarvan de melodie U zeer bekend in de oren zal klinken.

Het is een zigeunerachtig getinte muziek, levendig en vol energie, hou onze dirigente maar in gaten !!!

Hora staccato - Roemeense folk

 

Guy slotwoord